Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Boogveld": blz. 92
- Zwiers L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin "Boogvulling": blz. 159 ("Wanneer boven een raam of deur met rechten bovendorpel een segment-, rond- of ellipsboog is geslagen, wordt het Boogschild, d.i. de ruimte, die door den boog omsloten wordt, niet alleen gevuld, doch veelal versierd. Bij vlak werk in metselwerk bestaat de B. gewoonlijk in eenige lagen steen, hetzij zonder eenige versiering, hetzij door het aanbrengen van gekleurde of brute steenen eenigszins gefigureerd (zie fig[uur]). Bij meer monumentalen bouw wordt het boogschild ook dikwijls gevuld met ornament- of ander beeldhouwwerk" - dit is de relevante tekst volledig)
- Tolboom, H.J., Venstertraceringen in Nederland. Deel in de serie 'Restauratievademecum, RV-bijdrage' nr 18. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 's-Gravenhage (Sdu-Uitgeverij), 1998. [111 blz. ISBN 90.12.08605.1]. Hierin "Boogveld": blz. 73 ("gedeelte van de boogvormige vensteropening dat zich boven de aanzethoogte van de boog bevindt. Synoniem: vensterkop" - dit is de relevante tekst volledig)